Dit is dan de dag waar ik het meest naar uitgekeken heb. En tegenop gezien. De Splügenpass. Ik heb zeer goed en ontspannen geslapen. Een rustige omgeving maakt toch uit. Om half zeven ben ik er uit gegaan en heb Quinten wakker gemaakt. Tent en spullen ingepakt en alles op de fiets geladen. Sleutel kwijt. Hij lag niet op de grond dus ik was er vrij zeker van dat hij ergens tussen mijn spullen zat. Ik kon hem zo snel niet vinden maar gelukkig had ik de tegenwoordigheid van geest gehad om een reservesleutel mee te nemen. Niks aan de hand dus.
Vooraan op de camping bij de picknicktafels hebben we ontbeten en om half negen zitten we op de fiets.
Vrijwel meteen na vertrek beginnen we met klimmen en dat zal de komende 40 kilometer zo blijven. Het eerste deel begint met een aantal tunnels. Ook in de tunnel moet je stevig klimmen. Je schakelt terug naar de allerlaagste versnelling en dan maar trappen. 7-8 km.p/u en meer zit er niet in. We fietsen langs en door een soort kloof lijkt het. Bijzonder mooi en indrukwekkend.
Vooraan op de camping bij de picknicktafels hebben we ontbeten en om half negen zitten we op de fiets.
Vrijwel meteen na vertrek beginnen we met klimmen en dat zal de komende 40 kilometer zo blijven. Het eerste deel begint met een aantal tunnels. Ook in de tunnel moet je stevig klimmen. Je schakelt terug naar de allerlaagste versnelling en dan maar trappen. 7-8 km.p/u en meer zit er niet in. We fietsen langs en door een soort kloof lijkt het. Bijzonder mooi en indrukwekkend.
Na een kilometer of 10 stoppen we bij Zillis. We kopen wat te eten bij een soort van uitspanning omdat we gisteren geen repen en dergelijke hebben gekocht. We ontmoeten een Fransman met een zelfgebouwde zonnefiets. Hij heeft een zelf geknutseld karretje achter zijn fiets hangen met grote zonnecellen er op die twee elektromotoren in de wielen aandrijft. Ingenieus gemaakt. Hij rijdt er Europa mee rond. In Zillis staat een heel oud kerkje; oorspronkelijk uit de 9e eeuw maar helaas kunnen we er niet in.
We zijn dan inmiddels 200 meter hoger dan bij de start. We krijgen nog even respijt, maar 6 kilometer verder begint het echt. Haarspeldbochten en als ik strava mag geloven zitten er delen tussen met een stijgingspercentage van bijna 13%. Het is hard werken maar er is geen moment dat ik uitgeput raak of gefrustreerd. Het gaat eigenlijk best goed. Er staat wel een stevige tegenwind die toeneemt naarmate we hoger klimmen.
We zijn dan inmiddels 200 meter hoger dan bij de start. We krijgen nog even respijt, maar 6 kilometer verder begint het echt. Haarspeldbochten en als ik strava mag geloven zitten er delen tussen met een stijgingspercentage van bijna 13%. Het is hard werken maar er is geen moment dat ik uitgeput raak of gefrustreerd. Het gaat eigenlijk best goed. Er staat wel een stevige tegenwind die toeneemt naarmate we hoger klimmen.
Er zijn veel wielrenners op de been. Natuurlijk halen ze ons in maar heel erg snel gaan ze nu ook weer niet. 10-12 kilometer per uur. Ze moeten er net als wij hard voor werken. Wat weer erg leuk is en je erg goed doet is dat je over en weer veel aanmoedigingen en duimpjes omhoog krijgt. Wij zijn zo’n beetje de enige die fully-loaded met bagage fietsen en dat wordt gewaardeerd. Enorm leuk.
Wat je ook veel ziet, zijn motorrijders. Vaak in groepen en veel met een GoPro op de helm. De meesten rijden keurig maar het moet gezegd: er zitten ook een aantal minder begaafden tussen die zo snel mogelijk e met zoveel mogelijk lawaai naar boven willen knallen.
Er zijn twee delen met haarspeldbochten. Net voor het tweede deel is een wegopbreking met stoplichten. Auto’s kunnen om beurten passeren. Het wegdek gaat nog steeds goed omhoog maar bestaat dit deel uit kiezels en zand. Enorm zwaar fietsen dus. De auto’s hebben geduld en laten ons doorploeteren tot we voorbij zijn. De overzijde heeft inmiddels al wel weer groen, maar wij zijn dan nog niet aan de andere kant. Geen probleem, want ze wachten rustig tot we gepasseerd zijn.
Wat je ook veel ziet, zijn motorrijders. Vaak in groepen en veel met een GoPro op de helm. De meesten rijden keurig maar het moet gezegd: er zitten ook een aantal minder begaafden tussen die zo snel mogelijk e met zoveel mogelijk lawaai naar boven willen knallen.
Er zijn twee delen met haarspeldbochten. Net voor het tweede deel is een wegopbreking met stoplichten. Auto’s kunnen om beurten passeren. Het wegdek gaat nog steeds goed omhoog maar bestaat dit deel uit kiezels en zand. Enorm zwaar fietsen dus. De auto’s hebben geduld en laten ons doorploeteren tot we voorbij zijn. De overzijde heeft inmiddels al wel weer groen, maar wij zijn dan nog niet aan de andere kant. Geen probleem, want ze wachten rustig tot we gepasseerd zijn.
|
Inmiddels ben je boven de boomgrens en de tweede en laatste set haarspeldbochten brengt je in drie kilometer meer dan 300 meter hoger. Als je beneden staat kun je al ongeveer zien waar je uit gaat komen en dat geeft een goed gevoel dat je het bijna gered hebt.
Half een is het zover en staan we bovenaan de Splügenpass. Het geeft een gevoel van overwinning voor mij dat ik niet vaak heb. Ik ben er dan van overtuigd dat we Rome gaan halen – hoe dan ook. Ineens wordt het realiteit. Bovenop waait het heel stevig. De Italiaanse vlag op de top staat strak. We knopen een gesprekje aan met 2 mannen uit Frankrijk die elke dag een col doen. Zij fietsen ook met bagage. Zij maken een foto van ons op de top en wij van hun. We rijden Italië binnen in een opperbest humeur. Na de col volgt de onvermijdelijke afdaling. Het gaat snel, maar ik rem veel om de snelheid zo rond de 40-45 km te houden. Er komen weer bomen langs de weg. We denderen door Montespluga heen langs het meer en zijn even weer in een soort van bewoonde wereld. In Isola bij het meer stoppen we om wat te eten en te drinken. Het is een verademing: de jongen doet echt zijn best op de cappuccino en is uitermate vriendelijk. 7 euro moeten we afrekenen. Beter dan een snauw en 20 euro in Zwitserland. |
We gaan door Chiavenna en moeiteloos rollen we door naar Colico, waar we nog even de camping moeten zoeken. Colico ligt aan het Comomeer, aan de noordoostkant. Bij de VVV hebben we gevraagd waar een camping is. Behulpzaamheid kan soms ook iets te ver gaan. Het meisje printte een kaart voor ons uit en een lijst met mogelijke slaapplaatsen in de buurt, terwijl de camping eind van de straat links was. De bedoelingen zijn goed, dat is ook weer zo.
De camping was van het type Italiaans met Italianen als vaste gasten. Ontzettend vriendelijk en makkelijk. Waar we de tent neerzetten, mochten we kiezen en we konden bij vertrek afrekenen. Wel namen ze je paspoorten in; dat vond ik niet prettig. Heb ik later ook niet meer gedaan. De plek waar we stonden was pal naast een familie die er zijn campingtafel had staan. Kinderen waren op onze plek aan het spelen, waarmee je je een beetje een indringer voelt maar ze waren bijzonder inschikkelijk. ’s Ochtends boden ze zelfs aan dat we hun tafel mochten gebruiken om aan te ontbijten. Ik heb ook van ze geleerd om ‘capito’ te zeggen om aan te geven dat ik het gesnapt heb in plaats van ‘capisce’ Betekent heel wat anders en is helemaal niet beleefd. Het toiletgebouw zat op slot met een code. 1234# of zo en dat zorgt er op een of andere manier voor dat er goed mee omgegaan wordt. Heel netjes en onverwacht modern ook. Prima plek om de powerbank op te laden.
’s Avonds echt prima gegeten op het terras. Het was óf pizza óf pasta, maar in elk geval Italiaans. Prachtige plek aan het water. Het is dat de campingplek zelf niet super was, anders waren we er nog wel even gebleven. ’s Avonds mijn moeder gebeld want die was jarig.
De camping was van het type Italiaans met Italianen als vaste gasten. Ontzettend vriendelijk en makkelijk. Waar we de tent neerzetten, mochten we kiezen en we konden bij vertrek afrekenen. Wel namen ze je paspoorten in; dat vond ik niet prettig. Heb ik later ook niet meer gedaan. De plek waar we stonden was pal naast een familie die er zijn campingtafel had staan. Kinderen waren op onze plek aan het spelen, waarmee je je een beetje een indringer voelt maar ze waren bijzonder inschikkelijk. ’s Ochtends boden ze zelfs aan dat we hun tafel mochten gebruiken om aan te ontbijten. Ik heb ook van ze geleerd om ‘capito’ te zeggen om aan te geven dat ik het gesnapt heb in plaats van ‘capisce’ Betekent heel wat anders en is helemaal niet beleefd. Het toiletgebouw zat op slot met een code. 1234# of zo en dat zorgt er op een of andere manier voor dat er goed mee omgegaan wordt. Heel netjes en onverwacht modern ook. Prima plek om de powerbank op te laden.
’s Avonds echt prima gegeten op het terras. Het was óf pizza óf pasta, maar in elk geval Italiaans. Prachtige plek aan het water. Het is dat de campingplek zelf niet super was, anders waren we er nog wel even gebleven. ’s Avonds mijn moeder gebeld want die was jarig.