Om half zeven ga ik er uit. Het is nog heerlijk rustig op de camping en ik ga lekker ontspannen douchen. Alle sanitair is heel schoon en netjes. Om 8 uur gaat het supermarktje open (geweldig, één van de weinige campings die we gehad hebben waar een überhaupt een winkeltje is) en we halen wat broodjes. Ook hebben ze tot mijn vreugde de goede gastankjes; ik kan weer koffie zetten. Sander wilde nog even zwemmen en na tien uur zitten we op de fiets. Het zou vandaag nog weer warmer worden dus erg handig was het niet om zo laat te vertrekken. De rit is niet lang vandaag, maar alles wat je voor het middaguur doet, is mooi meegenomen.
Eerste plaats: Vinci. Keihard naar beneden. Laat dat maar aan Sander over. Zijn max is 63 km. p/u; de mijne iets meer dan 52. We hebben het museum in Vinci bezocht. Ik was er al eens geweest en eerlijk gezegd is het nog steeds niet heel bijzonder. Niet één origineel werk van Leonardo da Vinci.
Na Vinci klimmen en dalen tot in Empoli. Daar hebben we iets gegeten, gebak. Empoli is ook meteen het laagste punt van vandaag: 18 meter. We moeten nog een keer naar bijna 400 meter, dan weer helemaal naar beneden en als laatste nog naar ruim 300 meter. Je weet tevoren dat het een zware dag wordt.
Eerste plaats: Vinci. Keihard naar beneden. Laat dat maar aan Sander over. Zijn max is 63 km. p/u; de mijne iets meer dan 52. We hebben het museum in Vinci bezocht. Ik was er al eens geweest en eerlijk gezegd is het nog steeds niet heel bijzonder. Niet één origineel werk van Leonardo da Vinci.
Na Vinci klimmen en dalen tot in Empoli. Daar hebben we iets gegeten, gebak. Empoli is ook meteen het laagste punt van vandaag: 18 meter. We moeten nog een keer naar bijna 400 meter, dan weer helemaal naar beneden en als laatste nog naar ruim 300 meter. Je weet tevoren dat het een zware dag wordt.
In Montespertoli doen we wat boodschappen. Er komt een stokoude Fiat aanrijden en ik neem er een foto van. De bestuurder vindt dat leuk en begint een heel verhaal tegen ons (vooral tegen mij) op te hangen, dat de auto uit 1955 komt; dat hij aan cabaret deed op straat. Vervolgens gaat hij goocheltrucs doen en dingen over voetbal vertellen die voor mij niet te volgen zijn. Het was leuk, maar helaas komen we niet van hem af. Voor de Coop eten en drinken we wat. Sander is er bij, dus hebben we ook wat fruit. Verstandige jongen is het toch.
Dammie koopt een nieuwe 'gebruikte' wagen. Altijd binnen gestaan. |
Op dat punt hebben we er al een klim op zitten, maar we zijn pas op de helft van de eerste klim. Ik heb het eerder opgemerkt, maar de omgeving is ontzettend mooi hier. Goed half vier komen we aan op de top van de eerste beklimming, bij Lucardo. We dalen tot Certaldo en het laatste deel van de dag is een vrij lange klim naar San Gimignano.
Quinten fietst voor me uit, maar steeds binnen gezichtsafstand. Sander blijft achter en doet het in zijn eigen tempo. Het is een lange, maar fijne klim. Niet al te steil en je hebt lang een mooi gezicht op San Gimignano. Op een bepaald moment ga je er ook weer verder vanaf en je twijfelt heel kort of je de route wel goed hebt. Goed 6 uur komen we aan. Via de poort gaan we de stad in. Mede doordat je via een poort de stad ingaat, voelt het als een overwinning.
In San Gimignano kun je het grootste deel alleen lopen; te druk om te fietsen. Het is groter dan ik dacht en ondanks de drukte hangt er toch een prettige sfeer. Doet me eerder denken aan Siena dan aan Florence. Je ziet wel steeds hetzelfde type winkeltjes in deze toeristengebieden. We doen het heel rustig aan en nemen de tijd. We komen een Duitse jongen tegen die vanuit Hamburg is komen fietsen en als einddoel heeft een ijsje te eten bij de IJssalon waar we voor staan.
Aan de andere kant rijden we de stad weer uit, opnieuw door een poort. Er is een soort rondweg; ik rij naar beneden, en ik raak Quinten even kwijt. Ik ga terug en even later tref ik hem weer. Op een paar kilometer van S. Gimignano ligt de camping. Net als we een plek voor de tent aan het uitzoeken zijn, komt Sander aanrijden.
Sander is 1000 doden gestorven onderweg naar boven. De temperatuur zal 35-36 graden zijn. Bijna flauwgevallen; tot drie maal toe is hij bijna de greppel ingereden en op zeker moment heeft hij zelfs overwogen zijn matje in de berm te leggen om even te liggen. Helse tocht. Quinten en ik zaten al bijna drie weken op de fiets en dat maakt een wereld van verschil. Bovendien hebben wij ook langzaam aan de stijgende temperaturen kunnen wennen. Een week geleden was het 26 graden en toen vonden we het ook al erg warm.
De ondergrond was keihard en Quinten had weer de grootst mogelijke moeite om zijn tent op te zetten. Dit keer heb ik hem wel geholpen en toen lukte het ook wel. De plek is eigenlijk te klein voor drie tenten dus Sander zet hem op een plek ernaast. Ik loop er een beetje over te miepen, maar het gaat uiteraard goed. Sander en Quinten doen van alles en ondertussen schrijf ik weer bij op mijn log. Op de camping hebben we pizza gegeten. Vanaf de plek waar we eten hebben we schitterend uitzicht op S. Gimignano. De jongen van de bediening was een enorme zelfvoldane eikel, maar het eten was prima.
Quinten fietst voor me uit, maar steeds binnen gezichtsafstand. Sander blijft achter en doet het in zijn eigen tempo. Het is een lange, maar fijne klim. Niet al te steil en je hebt lang een mooi gezicht op San Gimignano. Op een bepaald moment ga je er ook weer verder vanaf en je twijfelt heel kort of je de route wel goed hebt. Goed 6 uur komen we aan. Via de poort gaan we de stad in. Mede doordat je via een poort de stad ingaat, voelt het als een overwinning.
In San Gimignano kun je het grootste deel alleen lopen; te druk om te fietsen. Het is groter dan ik dacht en ondanks de drukte hangt er toch een prettige sfeer. Doet me eerder denken aan Siena dan aan Florence. Je ziet wel steeds hetzelfde type winkeltjes in deze toeristengebieden. We doen het heel rustig aan en nemen de tijd. We komen een Duitse jongen tegen die vanuit Hamburg is komen fietsen en als einddoel heeft een ijsje te eten bij de IJssalon waar we voor staan.
Aan de andere kant rijden we de stad weer uit, opnieuw door een poort. Er is een soort rondweg; ik rij naar beneden, en ik raak Quinten even kwijt. Ik ga terug en even later tref ik hem weer. Op een paar kilometer van S. Gimignano ligt de camping. Net als we een plek voor de tent aan het uitzoeken zijn, komt Sander aanrijden.
Sander is 1000 doden gestorven onderweg naar boven. De temperatuur zal 35-36 graden zijn. Bijna flauwgevallen; tot drie maal toe is hij bijna de greppel ingereden en op zeker moment heeft hij zelfs overwogen zijn matje in de berm te leggen om even te liggen. Helse tocht. Quinten en ik zaten al bijna drie weken op de fiets en dat maakt een wereld van verschil. Bovendien hebben wij ook langzaam aan de stijgende temperaturen kunnen wennen. Een week geleden was het 26 graden en toen vonden we het ook al erg warm.
De ondergrond was keihard en Quinten had weer de grootst mogelijke moeite om zijn tent op te zetten. Dit keer heb ik hem wel geholpen en toen lukte het ook wel. De plek is eigenlijk te klein voor drie tenten dus Sander zet hem op een plek ernaast. Ik loop er een beetje over te miepen, maar het gaat uiteraard goed. Sander en Quinten doen van alles en ondertussen schrijf ik weer bij op mijn log. Op de camping hebben we pizza gegeten. Vanaf de plek waar we eten hebben we schitterend uitzicht op S. Gimignano. De jongen van de bediening was een enorme zelfvoldane eikel, maar het eten was prima.