Opnieuw een bescheiden etappe voor de boeg. Strava geeft 70 kilometer aan, maar ik heb hem te laat aangezet e het zal in werkelijkheid zo’n 75 zijn geweest. We hebben voor vertrek even op het terras gezeten voor koffie en een brioche (€5,-!)
Na 10 uur gaan we op weg. Er zitten vandaag twee klimmetjes in, waarvan de eerste al vrij snel. Deze valt reuze mee en gaat tot net boven de 250 meter. Daarna dalen we flink. Het landschap is erg groen en mooi. Bij Passirano komen we langs een kasteel. Het lijkt nog wel wat, maar er is geen Wikipedia pagina van dus ik heb geen idee. Voor het overige veel landbouwgebied hier met heel mooi zichtbare bovengrondse irrigatiesystemen. Het ziet er heel basic uit en het is eenvoudige, begrijpelijke mechanica.
Op zo’n 30 kilometer bij het plaatsje sale we om even wat te drinken op een terrasje. Buiten het terras staan twee Gazelle fietsen met vakantiebepakking. Dat moeten Nederlanders of Belgen zijn en het kan niet anders of je raakt met elkaar in gesprek. Annelies en Rutger komen uit Antwerpen en fietsen ook de Benjaminse route naar Rome. Enorm enthousiast en levendig stel mensen. Ondanks dat ze ons qua uitrusting en voorbereiding heel erg professioneel vinden, heb ik meer bewondering voor het feit dat zij blijkbaar 130 kilometer per dag weten aan te tikken.
We fietsen gezamenlijk door naar Brescia en ik zie meteen al dat zij een stuk hoger tempo aanhouden dan wij doen. In Brescia fietsen we samen wat rond. Het is een schitterend mooie stad en ondanks dat het zondags is, is het helemaal niet druk. Wij gaan wat rondkijken en zij gaan ergens wat eten en we nemen afscheid.
Quinten en ik bezoeken een aantal heel mooie kerken; de Duomo Vecchio uit de 11e eeuw (bijzonder omdat hij rond is) en de Duomo Nuovo (gebouwd tussen 1604 en 1825). Het plein waar deze kerken naast elkaar staan, is een mini Piazza Navona inclusief kleine versies van de fonteinen. Het laatste deel fietsen kon via de fietsroutebordjes en ging prima. In de verte zie je de marmergroeves in de bergen.
En dan bereik je het Gardameer en kom je in een totaal andere wereld terecht. Wat een hel. Desenzano valt als plaats nog wel mee. We hebben er gesnackt, omdat we er geen goede plek konden vinden om iets te eten en omdat de camping nog een stukje verder was.
De camping was een echte toeristenhel. Allereerst was de camping ontzettend duur. € 52,- voor een overnachting met twee kleine tentjes is het duurste van de hele vakantie. WiFi zat er niet bij; daar moest je extra voor betalen. Electra was er wel, maar hadden we niks aan omdat we geen campingstekker hebben. (misschien is dat wel een idee voor de volgende keer). De ondergrond bestond uit keien waardoor Quinten alleen met de grootst mogelijke moeite zijn tent op wist te zetten. Veel grote campers en caravans en vooral veel lollig volk. Oh oh Cherso. We zijn nog even gaan zitten in het restaurant om alleen wat te drinken. Heel druk, ontzettend warm en helemaal niet plezierig. Twee dingen zijn wel goed: het sanitair was perfect en het uitzicht over het meer is erg mooi. Voor de rest: vermijden als de ziekte.
Om een uur of elf was het snikheet in mijn tentje; kon niet slapen. De tent voor ons had een soort laserdisco aangezet. Geen idee waarom. Achter ons moesten ze persé een praatje aanknopen met iedereen die langsliep. Overigens niet uit belangstelling voor de medemens maar om te laten weten hoe tof ze wel niet zijn. Ik heb niemand horen lachen. Ik heb op gegeven moment de rits van de tent opengezet, ben in de opening gaan zitten en heb wat foto’s zitten kijken.
De hitte van de avond sloeg om in regen en storm ’s nachts. Quinten had zijn schoenen buiten laten en die heb ik snel in zijn ortlieb gedaan. Daar mag hij me wel heel dankbaar om zijn; kletsnatte schoenen en sokken zijn heel onaangenaam. De tentjes hebben het weer prima uitgehouden.
Na 10 uur gaan we op weg. Er zitten vandaag twee klimmetjes in, waarvan de eerste al vrij snel. Deze valt reuze mee en gaat tot net boven de 250 meter. Daarna dalen we flink. Het landschap is erg groen en mooi. Bij Passirano komen we langs een kasteel. Het lijkt nog wel wat, maar er is geen Wikipedia pagina van dus ik heb geen idee. Voor het overige veel landbouwgebied hier met heel mooi zichtbare bovengrondse irrigatiesystemen. Het ziet er heel basic uit en het is eenvoudige, begrijpelijke mechanica.
Op zo’n 30 kilometer bij het plaatsje sale we om even wat te drinken op een terrasje. Buiten het terras staan twee Gazelle fietsen met vakantiebepakking. Dat moeten Nederlanders of Belgen zijn en het kan niet anders of je raakt met elkaar in gesprek. Annelies en Rutger komen uit Antwerpen en fietsen ook de Benjaminse route naar Rome. Enorm enthousiast en levendig stel mensen. Ondanks dat ze ons qua uitrusting en voorbereiding heel erg professioneel vinden, heb ik meer bewondering voor het feit dat zij blijkbaar 130 kilometer per dag weten aan te tikken.
We fietsen gezamenlijk door naar Brescia en ik zie meteen al dat zij een stuk hoger tempo aanhouden dan wij doen. In Brescia fietsen we samen wat rond. Het is een schitterend mooie stad en ondanks dat het zondags is, is het helemaal niet druk. Wij gaan wat rondkijken en zij gaan ergens wat eten en we nemen afscheid.
Quinten en ik bezoeken een aantal heel mooie kerken; de Duomo Vecchio uit de 11e eeuw (bijzonder omdat hij rond is) en de Duomo Nuovo (gebouwd tussen 1604 en 1825). Het plein waar deze kerken naast elkaar staan, is een mini Piazza Navona inclusief kleine versies van de fonteinen. Het laatste deel fietsen kon via de fietsroutebordjes en ging prima. In de verte zie je de marmergroeves in de bergen.
En dan bereik je het Gardameer en kom je in een totaal andere wereld terecht. Wat een hel. Desenzano valt als plaats nog wel mee. We hebben er gesnackt, omdat we er geen goede plek konden vinden om iets te eten en omdat de camping nog een stukje verder was.
De camping was een echte toeristenhel. Allereerst was de camping ontzettend duur. € 52,- voor een overnachting met twee kleine tentjes is het duurste van de hele vakantie. WiFi zat er niet bij; daar moest je extra voor betalen. Electra was er wel, maar hadden we niks aan omdat we geen campingstekker hebben. (misschien is dat wel een idee voor de volgende keer). De ondergrond bestond uit keien waardoor Quinten alleen met de grootst mogelijke moeite zijn tent op wist te zetten. Veel grote campers en caravans en vooral veel lollig volk. Oh oh Cherso. We zijn nog even gaan zitten in het restaurant om alleen wat te drinken. Heel druk, ontzettend warm en helemaal niet plezierig. Twee dingen zijn wel goed: het sanitair was perfect en het uitzicht over het meer is erg mooi. Voor de rest: vermijden als de ziekte.
Om een uur of elf was het snikheet in mijn tentje; kon niet slapen. De tent voor ons had een soort laserdisco aangezet. Geen idee waarom. Achter ons moesten ze persé een praatje aanknopen met iedereen die langsliep. Overigens niet uit belangstelling voor de medemens maar om te laten weten hoe tof ze wel niet zijn. Ik heb niemand horen lachen. Ik heb op gegeven moment de rits van de tent opengezet, ben in de opening gaan zitten en heb wat foto’s zitten kijken.
De hitte van de avond sloeg om in regen en storm ’s nachts. Quinten had zijn schoenen buiten laten en die heb ik snel in zijn ortlieb gedaan. Daar mag hij me wel heel dankbaar om zijn; kletsnatte schoenen en sokken zijn heel onaangenaam. De tentjes hebben het weer prima uitgehouden.