Vandaag hebben we eindelijk eens echt gedaan wat we steeds zouden moeten doen: 6 uur op en 7 uur op de fiets. Om helemaal fris te vertrekken douche ik ook nog even. Het belooft vandaag een heel hete dag te worden; 38 graden. Weer twee graden warmer. Eerst rijden we terug richting San Gimignano om vervolgens keihard af te dalen tot Poggibonsi. Daarna krijgen we een erg mooi fietspad; erg groen en een tikje heuvelig.
Om half 9 komen we bij Staggia Senese. Behalve een burcht is er een Coop waar we boodschappen doen. We gaan nog even verder voor we gaan zitten en komen langs Monteriggione. Een flink eind verder bij Badesse gaan we in de schaduw op een muurtje zitten om alles op te eten. Twee dingen ontbreken: Powerade en kaas. De kaas vinden we later terug in mijn voortas maar de powerade is verdwenen. Aan de overkant vanuit de boerderij worden we in de gaten gehouden. Voor alle zekerheid ruimen we alles netjes achter ons op.
We zitten op ca. 10 kilometer van Siena. Siena ligt hoog, we moeten klimmen en Sander heeft het zwaar. We fietsen ons eigen tempo en Sander volgt. Net voor 11 uur komen we al aan in Siena. Sander komt al vrij snel er achter aan. Op het plein eten we een ijsje en daarna lopen en fietsen we een tijd door de stad. In een van de straatjes komen we een parade van trommelaars in oude kostuums tegen. Ze dragen vaandels en ik vermoed dat die van een van de wijken is. Het is zondag, dus waarschijnlijk doen ze vandaag iets extra’s voor de mensen. We gaan niet de Duomo in. Voor de Duomo overleggen we even met Sander. Quinten en ik willen doorfietsen, Sander niet. We komen tot de beslissing dat Sander verder met de trein gaat en dat Quinten en ik doorfietsen. Er is daar geen camping, dus we moeten ter plaatse op zoek naar een Agriturismo o.i.d. Sander komt eerder aan en die regelt wel wat.
Siena is groter en mooier dan in mijn herinnering. Vooral het Piazza del Campo is immens, indrukwekkend en erg mooi. Natuurlijk is Siena toeristisch maar ook hier, net als in S. Gimignano, niet op een onprettige manier.
10 voor 1 vertrekken we weer uit Siena. Eerst zoeken we in Ruffolo het station. Dat zou er moeten zijn, maar het is er niet. In Arbia (of Taverne d’Arbia) wel en daar splitsen zich onze wegen.
Het deel dat volgt is heel bijzonder en zal ik niet snel vergeten. We komen in Le Crete terecht, een kaal landschap dat zeer heuvelachtig is. Het is heel mooi. De dorpen liggen allemaal op de toppen en de wegen gaan dan ook niet door de dalen maar van heuveltop naar heuveltop. De meeste dorpen hebben een soort rondweg zodat je net niet helemaal tot bovenaan hoeft. Het is allemaal niet superhoog, maar het is nu wel heel erg heet. 38 graden en fietsen is nu – het is eerder gezegd – gekkenwerk. Ik denk dat als we deze heuvels met een normalere temperatuur hadden gedaan, dat het allemaal prima te doen zou zijn. Nu heb ik een handdoek op mijn stuur gelegd om af en toe mijn hoofd af te kunnen vegen. Het zweet loopt mijn ogen in en af en toe zie je niets meer.
Asciano rijden we in om wat te drinken. We hebben in principe voldoende water bij ons, maar van cola knap ik altijd het meest op. En dat was nu wel nodig. In de hoofdstraat zijn meerdere plekken open en we gaan op een terrasje zitten. Het is drie uur en we besluiten om minstens tot 4 uur te blijven en pas daarna verder te gaan. Al zittend op een niet al te comfortabele stoel slaag ik er in om drie maal kort in slaap te vallen en zelfs kortstondig te dromen.
Het tweede deel van de middag ging over net als het eerste deel over een afstand van zo’n 20-30 kilometer, maar was veel minder zwaar. De allerergste hitte was uit de lucht en een uurtje rust doet je ook goed. In Croce (we hebben dan 96 kilometer gefietst over de gehele dag) zet ik mijn telefoon aan en zie dat Sander geappt heeft. Hij is aangekomen met de trein en heeft een hotelkamer in Bettolle geregeld. Dat is een goeie twaalf kilometer verder, La Leopoldina.
Drie kwartier later komen we aan bij het hotel. Wij komen aan de achterkant aan en zien de ingang niet zo snel, dus roepen we Sander. Die komt er aan en vraagt of we wat rustig kunnen doen. Het is namelijk een zeer beschaafd hotel. Het is werkelijk prachtig. Een oase van beschaving. Ook hartstikke duur volgens mij, maar Sander geeft direct aan alles te betalen. Ik geef een beetje weerstand maar Sander meent het echt. Top. Sander had al meegekregen dat ik een beetje rustig aan doe qua geld uitgeven. 5 weken in totaal op vakantie is per definitie duur.
Het hotel is heel goed. Kamers, bedden, badkamer, eten, bediening. Andere gasten. Er is ook een zeer goed werkende airco. Heerlijk; je raakt eindelijk de warmte kwijt uit je lichaam. Eenmaal op de kamer heb ik eerst sokken en onderbroeken gewassen in de wasbak en die in het raam gehangen. Quinten en ik delen het tweepersoonsbed en Sander slaapt op de vide.
Op een overdekt terras hebben we gegeten. Het was heel gezellig en we hebben erg gelachen. Sander was goed op dreef. Eten was ook heel goed; voorgerecht, hoofdgerecht en koffie toe.
Om half 9 komen we bij Staggia Senese. Behalve een burcht is er een Coop waar we boodschappen doen. We gaan nog even verder voor we gaan zitten en komen langs Monteriggione. Een flink eind verder bij Badesse gaan we in de schaduw op een muurtje zitten om alles op te eten. Twee dingen ontbreken: Powerade en kaas. De kaas vinden we later terug in mijn voortas maar de powerade is verdwenen. Aan de overkant vanuit de boerderij worden we in de gaten gehouden. Voor alle zekerheid ruimen we alles netjes achter ons op.
We zitten op ca. 10 kilometer van Siena. Siena ligt hoog, we moeten klimmen en Sander heeft het zwaar. We fietsen ons eigen tempo en Sander volgt. Net voor 11 uur komen we al aan in Siena. Sander komt al vrij snel er achter aan. Op het plein eten we een ijsje en daarna lopen en fietsen we een tijd door de stad. In een van de straatjes komen we een parade van trommelaars in oude kostuums tegen. Ze dragen vaandels en ik vermoed dat die van een van de wijken is. Het is zondag, dus waarschijnlijk doen ze vandaag iets extra’s voor de mensen. We gaan niet de Duomo in. Voor de Duomo overleggen we even met Sander. Quinten en ik willen doorfietsen, Sander niet. We komen tot de beslissing dat Sander verder met de trein gaat en dat Quinten en ik doorfietsen. Er is daar geen camping, dus we moeten ter plaatse op zoek naar een Agriturismo o.i.d. Sander komt eerder aan en die regelt wel wat.
Siena is groter en mooier dan in mijn herinnering. Vooral het Piazza del Campo is immens, indrukwekkend en erg mooi. Natuurlijk is Siena toeristisch maar ook hier, net als in S. Gimignano, niet op een onprettige manier.
10 voor 1 vertrekken we weer uit Siena. Eerst zoeken we in Ruffolo het station. Dat zou er moeten zijn, maar het is er niet. In Arbia (of Taverne d’Arbia) wel en daar splitsen zich onze wegen.
Het deel dat volgt is heel bijzonder en zal ik niet snel vergeten. We komen in Le Crete terecht, een kaal landschap dat zeer heuvelachtig is. Het is heel mooi. De dorpen liggen allemaal op de toppen en de wegen gaan dan ook niet door de dalen maar van heuveltop naar heuveltop. De meeste dorpen hebben een soort rondweg zodat je net niet helemaal tot bovenaan hoeft. Het is allemaal niet superhoog, maar het is nu wel heel erg heet. 38 graden en fietsen is nu – het is eerder gezegd – gekkenwerk. Ik denk dat als we deze heuvels met een normalere temperatuur hadden gedaan, dat het allemaal prima te doen zou zijn. Nu heb ik een handdoek op mijn stuur gelegd om af en toe mijn hoofd af te kunnen vegen. Het zweet loopt mijn ogen in en af en toe zie je niets meer.
Asciano rijden we in om wat te drinken. We hebben in principe voldoende water bij ons, maar van cola knap ik altijd het meest op. En dat was nu wel nodig. In de hoofdstraat zijn meerdere plekken open en we gaan op een terrasje zitten. Het is drie uur en we besluiten om minstens tot 4 uur te blijven en pas daarna verder te gaan. Al zittend op een niet al te comfortabele stoel slaag ik er in om drie maal kort in slaap te vallen en zelfs kortstondig te dromen.
Het tweede deel van de middag ging over net als het eerste deel over een afstand van zo’n 20-30 kilometer, maar was veel minder zwaar. De allerergste hitte was uit de lucht en een uurtje rust doet je ook goed. In Croce (we hebben dan 96 kilometer gefietst over de gehele dag) zet ik mijn telefoon aan en zie dat Sander geappt heeft. Hij is aangekomen met de trein en heeft een hotelkamer in Bettolle geregeld. Dat is een goeie twaalf kilometer verder, La Leopoldina.
Drie kwartier later komen we aan bij het hotel. Wij komen aan de achterkant aan en zien de ingang niet zo snel, dus roepen we Sander. Die komt er aan en vraagt of we wat rustig kunnen doen. Het is namelijk een zeer beschaafd hotel. Het is werkelijk prachtig. Een oase van beschaving. Ook hartstikke duur volgens mij, maar Sander geeft direct aan alles te betalen. Ik geef een beetje weerstand maar Sander meent het echt. Top. Sander had al meegekregen dat ik een beetje rustig aan doe qua geld uitgeven. 5 weken in totaal op vakantie is per definitie duur.
Het hotel is heel goed. Kamers, bedden, badkamer, eten, bediening. Andere gasten. Er is ook een zeer goed werkende airco. Heerlijk; je raakt eindelijk de warmte kwijt uit je lichaam. Eenmaal op de kamer heb ik eerst sokken en onderbroeken gewassen in de wasbak en die in het raam gehangen. Quinten en ik delen het tweepersoonsbed en Sander slaapt op de vide.
Op een overdekt terras hebben we gegeten. Het was heel gezellig en we hebben erg gelachen. Sander was goed op dreef. Eten was ook heel goed; voorgerecht, hoofdgerecht en koffie toe.