Veel speling hadden we 's ochtends niet, want de boot ging om elf uur en die wacht niet. Ik was vroeg wakker, spullen bij elkaar gepakt en vast naar beneden gegaan. Even bij mijn fiets gekeken en de achterband bleek plat. Even balen, maar het achterwiel was zo los en de nieuwe binnenband lag er in een oogwenk op. Het oppompen kostte nog veruit de meeste tijd. Rob heeft me goed geholpen daarbij. Kwartiertje later konden we weg, dat viel dus allemaal enorm mee. Onderweg even snel wat gegeten, niet veel bijzonders, maar we waren dan ook ruim op tijd voor de boot.
Dover is niet veel soeps; wel een mooie burcht aan de rand van de stad maar verder is het een beetje saaie kustplaats. We waren heelruim op tijd, zelfs ruim een uur voordat we moesten inschepen. Samen met Sander een beetje rondgefietst over de pier die er lag.
Inschepen is weer nauwelijks berekend op fietsers, wat gezien de aantallen ook niet gek is. Je fietst weer pal tussen de vrachtwagens en ook het omzetten van de tickets ging niet op een heel efficiënte manier volgens mij. Toen we konden voorsorteren om de boot op te gaan stonden we naast dezelfde mensen die de dag ervoor in Canterbury naast ons op het terras zaten. Ze waren met een Triumph TR4 naar Engeland geweest voor een Triumph meeting. Zo spreek je nog eens iemand. Achter de boot vlogen meeuwen aan, die met precies hetzelfde tempo als de boot gingen waardoor het leek of ze roerloos in de lucht zweefden. Leuk om te zien. |
Om 15.00 gingen we in Duinkerken weer de boot af. De haven ligt helemaal aan de zuidkant van Duinkerken, en je gaat dwars over het industrieterrein heen met allemaal grote olie opslagtankers en verder helemaal niets of niemand. Wel had een oostblokchauffeur een poging gedaan om zijn truck door het gras te keren en was daarbij hopeloos vast komen te zitten in de modder.
Eenmaal voorbij Duinkerken was het landschap compleet anders dan het Engelse: vergezichten; opgeruimd, netjes en eigenlijk ook een heel vriendelijk landschap. Heel anders dan ik me voorgesteld had. In Bergues (ten oosten van Duinkerken) hebben we even wat gegeten op het dorpsplein. Een enorme hoeveelheid patat en wat snacks.
De verder tocht naar Diksmuide ging heel voorspoedig. Wind in de rug, nauwelijks verkeer en prima wegen. Het landschap wordt op een bepaald moment wel wat saai, en Diksmuide was toch nog wat verder dan gedacht. Ik fiets dan toch liever door kleinere landschappen of door een grote plaats.
Diksmuide is al van verre te zien aan het enorme oorlogsmonument dat er staat, de IJzertoren. Een 84 meter hoge toren met daarop AVV/VVK in kruisvorm. Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus. Het was heel rustig, bijna uitgestorven in het plaatsje en het hotel was zo gevonden; het bleek eerder een appartement dan een hotel te zijn. We werden ontvangen door Ann, een zeer vriendelijke mevrouw die zelf op de benedenverdieping woonde (had ik het idee). Het appartement was supernetjes, alles hartstikke nieuw en opgeruimd. Voor we wat gingen eten heb ik mijn lekke binnenband even geplakt, wat een fluitje van een cent is als je lekker de ruimte en tijd hebt.
Verderop in de straat was een dorpsfeest aan de gang met een leuk bandje; daar hebben we lekker de avond gezeten, onderwijl een broodje worst gegeten en papegaai-bier (8%) gedronken. Heerlijke avond. Het tweepersoonsbed gedeeld met Ezrah. |